Archive | My Stories RSS feed for this section

Back to the Future

30 May

New York is op zijn mooist als je vertrekt. Je ziet de stad weer zoals je het zag toen je de eerste keer aankwam. De hoge gebouwen, het drukke verkeer, de duizelingwekkende hoeveelheid lichtjes, het uitgestrekte Central Park, het lekkere eten. Zelfs de mannen lijken ineens mooier geworden. Waar waren die het afgelopen jaar toen ik ze graag wilde tegenkomen? New York is op zijn mooist omdat je beseft wat je gaat missen. En wat je eigenlijk niet wilt missen. Je ziet de schoonheid van dingen die binnenkort alleen nog een herinnering zullen zijn.

De nieuwe huurder is gearriveerd. Een jongen uit Nederland die hier zijn afstudeeronderzoek komt doen. Ik laat hem vol trots het appartement zien waar hij de komende tijd gaat verblijven. Mijn thuis, want zo is het echt gaan voelen. Elk hoekje van de kamer roept herinneringen op; elke vlek en elke kras heeft een verhaal. Want tja, hoe leg je aan de nieuwe huurder uit dat het groene hoeslaken witte vlekken heeft? Er zouden zomaar rare gedachten kunnen ontstaan. Nee, het is niet wat u denkt. Maar ik weet niet zeker of het eigenlijke verhaal veel beter is.

Tijdens mijn vrijwilligerswerk in de keuken van een buurtcentrum heb ik geleerd van een local expert hoe je het beste kakkerlakken kunt bestrijden. Je spuit er gewoon wat Lysol schoonmaakmiddel overheen, et voilà, het beestje sterft vanzelf. Dus toen ik een warme zomernacht het raam open had laten staan en een onwelkome indringer, meneer de kakkerlak, mijn huis was binnengeslopen (en niet zo’n kleintje, maar zeker zo groot als mijn duim) zocht ik enthousiast in het kastje onder de gootsteen naar een bus Lysol. Die had ik helaas niet en dus pakte ik lukraak twee andere spuitbussen, een daarvan zou toch ook wel werken, waarna ik de kakkerlak al spuitend te lijf ging en er een wilde achtervolging ontstond. Uiteraard stond ik daarbij veilig op mijn bed want stel je voor dat de kakkerlak over de vloer zou gaan rennen. Dan zou ik hem toch niet in de weg willen staan.

En zo dames en heren komen de vlekken in mijn beddengoed, want wellicht had ik beter toch eerst het etiket van de spuitbus moeten lezen, om te ontdekken dat ik een bus reiniger, ideaal voor het reinigen van uw keuken en badkamer, te pakken had: eentje met bleek. De kakkerlak leek het overigens niet te deren. Na een half uur rondspuiten heb ik vermoeid en gefrustreerd een boek op hem gegooid. Net zo effectief.

Ondanks alle mooie herinneringen, ben ik ook blij dat ik weer naar huis terugkeer. Het is niet moeilijk om heimwee te hebben naar Amsterdam terwijl je hier bent. De stad is onlosmakelijk met ons verbonden. Er zijn duizenden dingen die je dagelijks aan Nederland herinneren. En dan bedoel ik niet de opvallende Nederlandse plaats- en straatnamen, maar deze stad ademt nog steeds de Nederlandse geest. Het is de meest vrijdenkende tolerante multiculturele stad die u ooit in Amerika zult treffen. Nergens ter wereld leven zoveel nationaliteiten gelukkig en harmonieus samen. Weet u het nog, niet zo lang geleden waren wij precies zo.

Het moment van thuiskomen is bijna daar. Ik zal binnenkort toch echt afscheid moeten nemen van deze geweldige stad. Hoe zal het zijn als ik weer terug ben in Nederland? Maak ik dan ook nog praatjes met vreemden in de metro? Respecteer ik dan ook nog bordjes in het park die zeggen dat ik het gras niet mag betreden, zelfs als het zonnig is en ik vol enthousiasme mijn bbq heb meegenomen? Vertel ik vrouwen op straat dan ook nog hoe mooi ik hun truitje of ketting vind, ook al ken ik ze niet en geven vrouwen in Nederland elkaar geen complimentjes? Want hoe ik het ook wend of keer, stiekem ben ik toch een beetje New Yorker geworden het laatste anderhalf jaar. En mijn drie overvolle koffers met schoenen en cocktailjurkjes zijn daar het bewijs van. Geen idee waar ik die ooit nog kan dragen. Maar ik heb me net een hernia gesleept, dus ik mag toch hopen dat een van u binnenkort een cocktailparty geeft.

Misschien moet ik me geen zorgen maken, misschien kan het prima samengaan. Ik ben vanaf nu gewoon een beetje van beiden: Amsterdam en New York in één. In New York is het eigenlijk niet anders, de stad heeft ook nooit echt afscheid van ons genomen. De Empire State building wordt immers elke avond verlicht met de kleurrijke lampjes van onze eigen Brabantse Philips.
Die symbiose geldt helaas niet overal. Toen ik heel Nederlands al mijn laatste overgebleven muntgeld in de supermarkt wilde spenderen (u heeft geen idee hoeveel honderden dollarcenten u in een jaar kunt opsparen en tja, het is toch geld nietwaar, dus het zou zonde zijn om weg te gooien, ook al is het bij elkaar maar 2,80 dollar) toen kon de kassajuffrouw daar de humor toch niet van inzien. “Are you crazy?!” Ik haal verontschuldigend mijn schouders op. “Nope, I’m Dutch.”

photo 1

Going Dutch

23 Mar

“I’ll have the Asian salad. Maar zonder de oranges; is deze salade glutenvrij; oh kan ik garnalen krijgen in plaats van kip; en zitten er noten in; kunt u dat even navragen bij de chef, want daar ben ik allergisch voor; in plaats van de ginger dressing graag gewoon vinegar dressing; en oja, the dressing on the side please.” Mijn Amerikaanse vriendin en ik gaan een hapje eten. Ik bestel steak met frites. Gewoon zoals het op de kaart staat, alstublieft. Uiteraard nemen we er ook een glas rode wijn bij, eentje maar, want in een glas wijn zitten 150 calorieën, iets wat ik nooit heb geweten tot ik naar New York verhuisde.

Mijn vriendin is een typische New Yorkse powervrouw. Ze draagt een mouwloos jurkje met een zwarte blazer en bezit een veels te dure en te grote handtas. Het gaat heel goed met haar carrière, ze heeft laatst nog promotie gemaakt inclusief salarisverhoging. Ze sport elke ochtend om 6 uur in de sportschool voordat ze naar het werk gaat en heeft dus geen grammetje vet, ook al is ze zelf nogal ontevreden over haar heupen (veels te dik). Op zaterdag gaat ze naar de salon voor een pedicure en manicure. En elke zondag gaat ze brunchen met vriendinnen.

Het enige wat ze niet heeft, is een man. Gelukkig is ze niet veeleisend, ze wil slechts een leuke lieve man, die net als haar ambitieus is, het liefst werkzaam als advocaat of bankier, met een goed salaris, woonachtig op Manhattan (in ieder geval niet uit Harlem, Queens of the Bronx), hij moet 1.70-1.85 meter lang zijn, bij voorkeur bruin haar, blauwe ogen hebben, hij moet sportief zijn, een six pack hebben, boxershorts dragen, sociaal zijn, niet te verlegen, een goede relatie met zijn moeder hebben (dat zegt veel over een man), niet lachen om zijn eigen grapjes, Christelijk zijn opgevoed, kinderen willen (op korte termijn), de deur voor haar open houden, de rekening betalen, haar minstens drie keer per week een half uur bellen, hij mag niet praten met de mond vol, niet Game of Thrones kijken, niet verwachten dat ze hem gaat pijpen, en hij moet haar vooral bellen na een eerste date. Dat laatste gaat nog wel eens mis.

En dat is pijnlijk, want ze wordt al oud, zo zegt ze zelf. Ze is nu 26, bijna 27, en merkt al dat ze niet meer elk weekend wil uitgaan, want tja, ze is nu eenmaal van die leeftijd dat ze in het weekend ook nog andere dingen te doen heeft: boodschappen, huis schoonmaken, boek lezen. Dus om 12 uur is het mooi geweest, dan moet ze toch echt naar bed. En waar kom je dan nog een leuke man tegen?

Simpel: internet! Ze probeert elk weekend een koffiedate in te plannen met iemand die ze via een datingsite heeft ontmoet, dan moet ze vanzelf toch een keer een leuke man tegenkomen. Het is een vriendin van een vriendin van een vriendin immers ook gelukt. Die heeft de liefde van haar leven gevonden op internet en is inmiddels gelukkig getrouwd met twee kinderen, een jongetje en een meisje. Althans zo gaat het verhaal. Ideaal, dat past ook precies binnen haar schema. Want ze wil op haar 28ste trouwen en nog voor haar 30e een eerste kind hebben, die hoogstwaarschijnlijk zal worden opgevoed door de nanny.

En als die ideale man dan toch komt, dan mag hij haar vooral niet ten huwelijk vragen met een verlovingsring. Dat kan de geëmancipeerde vrouw van tegenwoordig echt niet meer accepteren. Wij, vrouwen, zijn immers geen eigendom van de man en een ring is een typisch symbool van bezit. Dat verzint ze niet zelf, er is een hele vrouwenbeweging in Amerika met eigen website (!) die haarfijn uitlegt dat verlovingsringen uit de tijd zijn. Of ik eigenlijk al een man heb? Euhm nee. Ze schudt haar hoofd: “Just what New York needs, another single woman in her thirties.” No offense, maar ze hoopt toch te voorkomen dat ze wordt zoals ik. Oh? Oke..

Na het eten nemen we buiten afscheid. Ze moet op tijd naar huis, want morgen moet ze weer werken. Terwijl ik op mijn telefoon kijk waar het dichtstbijzijnde metrostation is, houdt zij een taxi aan. Ze woont immers vijf blocks van het restaurant en dat is niet te lopen op haar Manolo Blahniks. Ik zie haar wegrijden, de vrouw die alles heeft, die the New York dream leeft. En terwijl ik haar taxi nakijk, ben ik opgelucht dat ik gewoon lekker Hollands kan zijn. Ik bel een Nederlandse vriendin of ze zin heeft om nog even een biertje te gaan doen. Eentje met minimaal 120 calorieën. In een bar met veel on-Christelijke, Game of Thrones kijkende blonde mannen, die niet te vaak met hun moeder bellen. Wij betalen zelf onze drankjes wel.

Miss M&M

Happy New York!

13 Jan

Lange rijen voor elke kassa, overvolle metrowagons, drukke kroegen met vrouwen die “a la Sex & the City” cosmopolitans bestellen, frontale botsingen tussen voetgangers omdat mensen druk om zich heen kijken en vergeten op te letten dat ze niet in de weg lopen. December is gekkenhuis in New York. Toeristen komen massaal deze kant op om hier Kerst en Oud & Nieuw te vieren. Het is de drukste maand van het jaar, drukker dan juli of augustus. De stad wordt totaal overgenomen. Als echte New Yorker vermijd je deze drukte het liefst. Het is dan ook niet gek dat veel New Yorkers de stad ontvluchten. Om in januari terug te keren naar volle rust. De stad is onherkenbaar leeg in de eerste maand van het jaar. Iedereen is vertrokken. Langzaam keert het dagelijkse ritme van de stad weer terug. Gelukkig Nieuwjaar!

Zo voelt het eigenlijk ook als ik bezoek krijg hier in New York. En ik heb het geluk dat door het jaar heen bijna al mijn vrienden en familie de moeite hebben genomen me op te komen zoeken. Het was een druk jaar. Gezellig om iedereen weer even gezien te hebben, een knuffel te kunnen geven, verhalen uit te wisselen en mijn New York te laten zien. Mijn broertje was dit jaar de laatste bezoeker en moest daarvoor de decemberdrukte trotseren. Hij kwam gelukkig niet voor New York, waar hij al meerdere keren is geweest, hij kwam voor mij, omdat hij me al een jaar niet had gezien. We hebben mijn 1-jarig jubileum in New York goed gevierd.

Het is wel elke keer weer even wennen als er bezoek komt. Je huis wordt totaal overgenomen, net als je dagelijkse leven en je slaapritme. Steevast valt het bezoek de eerste avond om 10 uur in slaap. Waarna ik mezelf een paar uur in stilte moet vermaken (het enige nadeel van een studio appartement). Om vervolgens, en ik kan mijn klok er bijna op gelijk zetten, om 4-5 uur ’s ochtends gewekt te worden door iemand die naar de wc gaat. Jetlag, er is nog niemand aan ontsnapt. Ik helaas ook niet, want als ik bezoek heb, jetlag ik gewoon lekker mee.

Overdag speel ik tour guide. Het resultaat: ontelbaar veel foto’s van het vrijheidsbeeld, van Manhattan vanaf de ferry, van het overbelichte Time Square en van mezelf met een cup cake; met zon, met regen, met sneeuw; de ene keer met zonnebril en een rokje, de volgende met winterjas en een muts; soms lachend, soms met dichte ogen, soms in beschonken toestand, afhankelijk van het bezoek. Ik kan de toer die ik met mijn bezoekers afleg inmiddels dromen. Mijn verhalen erbij worden ook niet origineler. “Grand Central bestaat dit jaar 100 jaar.” Oja? Ja, nog steeds. Vanaf januari ben ik echter van deze zin verlost. Om deze te vervangen door: “Vorig jaar hebben we het 100-jarige bestaan van Grand Central gevierd.” Het geeft niet, ik doe het met plezier, ik vind het leuk om de enthousiaste gezichten te zien en de oeh’s en ah’s in ontvangst te nemen. Al wordt Miss Liberty elke keer een tikkeltje lelijker in mijn beleving. Misschien wordt zij ook een dagje ouder.

Het is intensief om twee weken lang iemand in je huis te hebben wonen. Om elke dag iets nieuws en leuks te moeten bedenken, om je aan te passen aan het ritme van de ander, de wensen van de ander, je eigen dingen even opzij te moeten zetten. Het is dan ook elke keer ook weer even genieten als ik mijn huis weer terug heb, als ik niet meer in de rij hoef te staan voor mijn eigen badkamer, als er niet overal kleren en schoenen en oorbellen en haarproducten liggen, als ik weer overdwars in mijn bed kan liggen. Zelfs als het mijn eigen broertje is die vertrekt. De rust keert weer terug. Langzaam pak ik mijn dagelijkse leventje weer op. Lekker.

Ik schrik wakker. Het is vier uur ’s nachts. Het is nog donker. Ik staar naar het plafond. Ik hoor al snel de vertrouwde geluiden van de stad. Een politiesirene in de verte. Het geluid van een zwerver die door de afvalcontainers graait op zoek naar lege blikjes die hij kan inwisselen voor wat kleingeld. Het is nooit stil in New York. Deze stad heeft 24 uur per dag, 365 dagen per jaar last van jetlag. Als ik mijn hoofd draai besef ik dat er niemand naast me ligt te snurken of op zijn iPhone aan het spelen is. Ik ben helemaal alleen in mijn appartement. Ook dat is altijd weer even wennen, als het bezoek is vertrokken. Het is misschien nooit stil in New York, maar het is soms wel leeg.

To all my friends, family and readers: a Happy New Year!!! Ik hoop jullie allemaal weer even te kunnen zien in 2014. In New York zijn jullie in ieder geval altijd welkom!

New York view

Piet & Pieter

2 Nov

De herfst is aangebroken. Alhoewel het in New York nauwelijks merkbaar is. Het is buiten nog prettig rond de 20 graden en over het algemeen schijnt het zonnetje. Toch heb ik ook wel heimwee naar de regenbuien, het lekker thuisblijven met warme chocomel en de pepernoten die ongetwijfeld net als elk jaar vanaf september weer in de supermarkt te verkrijgen zijn. Vanuit Amerika volg ik geamuseerd de discussie over Zwarte Piet. Lekker Hollands, iedereen heeft een mening.

Ik moet toegeven, het blijft een goed verhaal in de New Yorkse kroeg. Yes, I’m from Holland. En wij hebben geen Santa Claus maar Sinterklaas. En Sinterklaas draagt een jurk. En hij heeft zwarte knechten genaamd Black Peets. En oja, deze knechten zijn niet echt zwart. Het zijn blanke mensen die zich voordoen als zwarte mensen. Met rare pakjes aan en rode lippenstift op, ja, zelfs de mannelijke Pieten. “No way!” Meestal word ik niet geloofd totdat ik foto’s van onze Sinterklaas op mijn iPhone heb gegoogled. Vaak gaat mijn telefoon dan de hele kroeg rond. “You have to see this! You are never gonna believe this. This is Santa Claus in Holland. He is a racist in a dress!” Ik vind het niet erg, Het maakt me de meest interessante persoon van die avond. Het levert leuke gesprekken en bovendien veel gratis drankjes op. Want iedereen wil er toch maar graag het fijne van weten.

Ik begrijp het ongeloof wel. Het blijft een extreem gevoelig onderwerp, discriminatie van de zwarte bevolking. Ik haal zelf mijn schouders ervoor op. Ik kom uit Holland. Daar voelen we dat verschil tussen zwart en wit niet zo. Althans ik niet. En ik heb Sinterklaas ook nooit als een racistisch feest ervaren, ook niet als kind. Ik zie Sinterklaas slechts als een eeuwenoude traditie. Ja, het is lastig uitleggen aan de New Yorkers. Maar als ik zeg dat we de elfjes van Santa Claus misschien beter kunnen verbieden omdat we daarmee lilliputters discrimineren, moeten ze hard lachen. Dan begrijpen ze die Nederlandse koppigheid wel, dat we vast willen houden aan onze traditie.

Nederlandse koppigheid moet je niet onderschatten. We zijn nou eenmaal trots op onze eigen cultuur. Afgelopen weekend neem ik deel aan een fietstour door Brooklyn samen met dertig andere Nederlanders. We gaan op bezoek bij de oudste overgebleven Nederlandse boerderij uit 1652 hier in New York. Ooit kwam een Fries jongetje van twaalf jaar oud in zijn eentje naar dit verre land. Pieter Claessen was zijn naam. Hij werd een van de rijkste boeren uit dit gebied (toen nog de kolonie New Netherland) en zijn nageslacht spreidde zich uit over de hele Verenigde Staten. Net als alle andere Nederlanders weigerde hij Engels te spreken. Jarenlang converseerden de Nederlandse immigranten gewoon Hollands met elkaar, gingen naar een Nederlandse kerk en maakten Nederlandse gerechten. Dat eigenwijze hebben we blijkbaar van oudsher. Pas nadat Engeland in 1783 Amerika zijn vrijheid gaf, waren de Nederlanders bereid hun eigen cultuur op te geven en samen met hun landgenoten een nieuwe identiteit op te bouwen: die van de Amerikaan.

Want tja, soms is het nou eenmaal tijd om los te laten. Zodat er wat nieuws en beters voor in de plaats kan komen. Zo moet Pieter Claessen zoveel honderd jaar geleden ook gedacht hebben. Zo denk ik eigenlijk ook over het Sinterklaasfeest. Want waarom moeten de Pieten eigenlijk perse zwart zijn? Once you go black, you never go back? We kunnen toch best een modern tintje aan onze mooie oude traditie geven. Voeg wat blauwe, gele en groene Pieten toe en het feest wordt alleen maar kleurrijker. Zijn ze niet door de schoorsteen gegaan, maar in een pot verf gevallen. We maken er wel weer een mooi sprookje van. Want meer is dat schoorsteenverhaal toch eigenlijk ook niet.

Het was een bijzondere fietstocht door deze drukke miljoenen stad, alleen al door het inspirerende bezoek aan de boerderij van Pieter Claessen. Wel op zijn Hollands: Kletsend met elkaar. Zonder hand uitsteken. Soms stiekem over de stoep, tegen het verkeer in of door een rood stoplicht (er komt toch niks aan). Zigzaggend om voetgangers en automobilisten, die verbaasd op de rem gaan staan. Een echte bezienswaardigheid, want zoiets zie je hier niet vaak, zo’n grote groep mensen op de fiets. We worden dan ook meermalen toegejuicht en op de foto gezet. Zonder helmpjes, want dat doen wij Nederlanders niet. Daar zijn we te koppig voor.

IMG_1342

Big Apple Miracle

22 Sep

Er zijn een paar dingen die elke Nederlander in New York ongewild zal meemaken. Een bijna dood ervaring in een New Yorkse taxi, hondenpoep aan zijn schoen en de diefstal van portemonnee of telefoon. Ik ben een van die gelukkige Nederlanders die ze alle drie kan afstrepen. En dat binnen acht maanden. Been there, done that! Sterker nog, ik ben zo gelukkig dat ik mijn telefoon zelfs al twee keer ben verloren in deze stad. Het ging beide keren om dezelfde iPhone. Dat is dan wel weer uniek.

Het is een mooie zomeravond en ik loop over Union Square, op weg naar de bioscoop waar ik heb afgesproken om een filmpje te gaan kijken. Ik kijk op mijn Google Maps waar ik precies moet zijn. Precies op dat moment rent een lange donkere jongen voorbij en grist de telefoon uit mijn handen. Twee seconden sta ik geschokt aan de grond genageld. Dan ren ik als een malle achter hem aan: “Stop him, he stole my phone!” Union Square is een van de drukste punten in New York. Genoeg mensen om me heen die getuige zijn van dit drama en me een helpende hand kunnen toesteken. Terwijl ik als een malle schreeuwend en zwaaiend met mijn armen achter de dief aanren, kijk ik om me heen of ik iemand in beweging zie komen. Toeristen, New Yorkers, mannen, vrouwen, allemaal bekijken ze het tafereel geamuseerd terwijl ze zelf relaxt op hun bankjes blijven zitten. Ik besef ineens dat ík meer een bezienswaardigheid ben geworden dan de man die er met mijn telefoon vandoor gaat. Waar zijn die galante New Yorkse ridders op wit paard die de dief achterna snellen om de jonkvrouw van Union Square te redden? De dief steekt gehaast de straat over terwijl auto’s hem toeterend voorbij razen. Ik staak de achtervolging. Ik hou van mijn iPhone. Ik hou nog meer van mijn eigen leven. Terwijl ik me gefrustreerd omdraai, zie ik nog net hoe iemand een filmpje maakt met zijn eigen mobiel. Fijn, ik kan mezelf vanavond terugzien op YouTube.

Teleurgesteld in New York, in New Yorkse mannen in het bijzonder, keer ik huiswaarts om alles te blokkeren. En dan geschiedt het kleine wonder. Thuisgekomen open ik mijn inbox en zie een mailtje van een Nederlandse vriendin. Onderwerp: JE TELEFOON IS GERED! Ik knipper met mijn ogen, ik kan het bijna niet geloven. Wat blijkt, New Yorkse ridders bestaan toch. Een man is achter de dader aangerend en heeft mijn telefoon van de dief weten terug te pakken. Daarna heeft hij mij als een echte detective weten op te sporen door nummers in mijn telefoon te bellen (voor iedereen in Nederland die midden in de nacht een telefoontje heeft ontvangen, mijn excuses). En zo komt het, dat ik een maand later, nog steeds in het bezit ben van dezelfde telefoon. Hoe fantastisch is dat?!

De tweede keer is helaas een veel minder romantisch verhaal en voornamelijk te wijten aan mijn eigen domheid. In een zoektocht naar het juiste formaat enveloppen heb ik mijn telefoon op een winkelschap laten liggen. De eerlijke vinder heeft hem braaf afgegeven aan de kassajuffrouw.You’re a lucky girl. You should be more careful. This is New York!”

This is New York, hoe vaak heb ik dit dreigement nu al niet gehoord sinds ik hier woon? New Yorkers lijken een erg lage dunk te hebben van hun eigen stad. Ik weet het niet, deze stad is zo slecht nog niet. Waar anders kunt u zulke opmerkelijke taferelen meemaken als in New York? Nergens anders heb ik een zakenman in de metro zien zitten met een aktetas in zijn hand en een watermeloen zo groot als een herdershond op schoot zonder dat iemand raar opkijkt. Nergens anders heb ik het publiek zo enthousiast zien klappen en fluiten aan het einde van een Hollywoodfilm omdat Amerika weer eens is gered van de ondergang. Nergens anders heb ik een getatoeëerde bodybuilder zelfverzekerd over straat zien lopen met een poedel aan zijn zijde om hem af te zetten bij de doggy gym. Deze stad mag dan crimineel gevaarlijk zijn en tientallen dieven herbergen, ik kan er mee leven. Het heeft mijn hartje gestolen.

Miss liberty

Sunny Side Up

28 Jul

Ik mis de Nederlandse zomers: Het geklaag over de regen en de lage temperaturen, ook al zouden we het inmiddels gewend moeten zijn. (“Vorig jaar hadden we veel beter weer rond deze tijd”) Die paar weken zon en warmte waarbij de straten, parken en grachten vollopen, iedereen uitbundig geniet van het buitenleven en oneindig veel flesjes Prosecco worden ontkurkt. (“Dit is al mijn derde BBQ deze week”) Maar bovenal de fijne temperaturen die we in Nederland hebben. Als de thermometer de dertig raakt, dan is dat hoog en beginnen we te puffen. New York is een stukkie warmer. Als de thermometer de dertig raakt, haalt iedereen opgelucht adem en spreken we van verkoeling. Fijn, de airco kan een standje lager.

In deze warmte (zo’n 36-38 graden) sluiten de meeste New Yorkers zich op in huizen, kantoorgebouwen en supermarkten. Overal waar airco te vinden is, daar vindt u ons New Yorkers ook. Je hebt je voordeur nog niet open of de zweetdruppels stromen al langs je rug naar beneden. Je kan eigenlijk meteen weer naar binnen om onder de douche te springen. Hardlopen doe je als het ’s avonds donker is (en de temperatuur naar 32 graden is gedaald) en de boodschappen doe je in de ochtend als de zon zich nog moet warmdraaien.

Toch is New York in de zomer ook een verademing. Zodra de winter voorbij is wordt een hele nieuwe stad geboren. Winkels verdwijnen: verkochten ze eerst nog warme chocomel nu is het een ijscozaak. Restaurants gooien hun schuifpuien open en zo dineer je ineens overal buiten terwijl je binnen zit. En films kijk je niet meer in de bios maar gratis in Bryant Park, liggend op het gras.

Een fantastisch stukje New York in de zomer (en té vaak overgeslagen door bezoekers) is Brooklyn. Williamsburg is in Brooklyn de hippe wijk waar studenten, artiesten en kunstenaars wonen en zomers ook buiten bivakkeren. U kijkt de hele dag uw ogen uit. Hipsters: Ze zien eruit alsof ze vanochtend zomaar wat uit de kast hebben getrokken, nonchalant, een bij elkaar geraapte outfit, alsof ze zich hebben vergist. In werkelijkheid hebben ze uren voor de spiegel gestaan en is over elk detail nagedacht. Van het hoedje dat niet samengaat met het mouwloze jasje tot de schoenen die niet per ongeluk maar expres geen veters hebben. Mij lukt dat niet, ik ben een gewoon Hollands meisje. Als ik probeer “nonchalant” wat uit de kast te trekken, ziet het er ook precies zo uit: wie ga jij helpen verhuizen en waarom zitten er geen veters in je schoen?

En waarom eigenlijk ook, ik woon niet in Brooklyn, ik ben een uptown girl.  Ik ben niet hip maar VIP! In de Upper East Side dragen we té grote zonnebrillen, hebben we de schoonheidssalon onder onze speed dial en een cocktail in onze hand. Het was dan ook snel gedaan toen Groupon een aanbieding voorbij liet komen van een chique privékliniek hier bij mij om de hoek. Met dit mooie weer moeten je benen er natuurlijk opperbest uitzien en dus heb ik maar wat paarse spinnenkopjes laten weghalen. Jaja, ik heb aan den lijve ondervonden hoe het is om zo’n ijdele Upper East vrouw te zijn.

Daar zit je dan, met 38 graden, en een week lang steunkousen aan. Ik voel me op dit moment niet alleen een uptown bejaarde, ik smelt elke keer als ik een boodschap buiten de deur moet doen, om nog maar niet te spreken van alle bezorgde blikken. Steunkousen zijn natuurlijk niet echt chique, zelfs niet als ze huidkleurig zijn. Blijkbaar heb ik het high society handboek niet goed doorgelezen, en moeten sommige schoonheidsbehandelingen beter in de winter gebeuren (vandaar waarschijnlijk ook de Groupon aanbieding in de zomer) Zucht, ik mis de Nederlandse zomers. In Amsterdam had niemand de kousen opgemerkt onder mijn lange spijkerboek.

IMG_1018

Fifty Shades of New York

26 May

New York is food & fashion, glitter & glamour, sex & the city! Nu zie ik dagelijks een hele hoop stad, maar waar is die sex? Waar zijn alle leuke New Yorkse mannen? Ouders, vrienden van mijn ouders en iedereen uit de leeftijdscategorie van mijn ouders, wees gewaarschuwd, dek uw oren, sluit uw ogen, deze blog kan schokkend materiaal bevatten dat niet geschikt is voor kijkers van uw leeftijd. Doorlezen is geheel op eigen risico.

New York is dé stad voor singles. Het is doodnormaal om een table for one te vragen (al kom ik nog altijd gewapend met een tijdschriftje onder mijn arm, zodat ik niet de hele tijd ongemakkelijk om me heen hoef te kijken) en naar de film gaan kan hier ook prima alleen. Hoeft u ook niet uw popcorn te delen. De laatste keer dat ik naar de film ging, viel het me ineens op dat de zaal vol zat met singles. Geen stelletje te bekennen. Dat is toch wel extreem. Hoe is het mogelijk dat in deze wereldstad waar alle culturen, soorten, maten mensen bij elkaar komen, het makkelijker is om solo te gaan dan een afspraakje te regelen?

Ik heb een vriendin, who shall remain nameless, die elke keer als ze New York bezoekt met een tas vol telefoonnummers huiswaarts keert. Gaat ze rennen in Central Park komt een leuke gebruinde spierbundel naast haar rennen en om haar telefoonnummer vragen; wil een man dezelfde taxi aanhouden als zij, dan houdt hij de deur voor haar open en vraagt haar mee uit zoals dat normaal alleen in romantische komedies gebeurt, en zelfs in het vliegtuig op weg naar Nederland ontmoet ze een Griekse god die toevallig in de stoel naast haar zit en die haar de hemel in prijst.

Mij overkomen dat soort dingen nooit; zij is het type Titanic, ik meer het type Bridget Jones. Als ik ga vliegen zit ik altijd naast dikke kalende mannen die de avond daarvoor teveel knoflook hebben gegeten. Als ik ga rennen in het park, loop ik hijgend, zwetend en met een rood tomatenhoofd alle mooie mannen mis. Als ik per ongeluk een kopje koffie over iemand heen gooi dan krijg ik een hoop gevloek én zijn telefoonnummer, maar alleen zodat ik de kosten van de dry cleaners kan betalen.

Gelukkig hebben ze daar in Amerika een oplossing voor: internetdaten! Op internet kunt u ten minste rustig de leukste foto van uzelf uitzoeken en alleen maar positieve eigenschappen van uzelf opsommen. Iedereen is leuk op internet. Ik geloof zelf niet zo in online liefde (I’m an oldfashioned girl) maar mijn vriendinnen hebben me overgehaald om eens een poging te wagen (wat als alle leuke mannen straks op zijn, ga je dan een kat nemen?) Vooruit, baat het niet dan schaadt het niet, toch?

Mijn profiel:

MissZofia

I’m a Dutch girl that moved to New York in December. Loving the city and meeting new people. Originally from Amsterdam. I think life is a big adventure and you get to decide where this adventure takes you. So here I am!

The six things I could never do without:

                            1. my friends and family!

                            2. new adventures

                            3. traveling & exploring other countries

                            4. good food and wine

                            5. chocolate

                            6. you maybe?

Keurig, niet té wanhopig, niet teveel prijsgeven, beetje speels. Ik ben zeer tevreden met mezelf, althans met de zelf die ik net heb gecreëerd op internet. En nog terwijl ik mijn profiel aan het opstellen ben, stromen de reacties binnen.

De reacties:

Selflesslvr: I love your smile. I’m a foreplay kind of guy. Wanna play? I’ll show you mine if you show me yours.

Mijn reactie: I’m an afterplay kind of girl. See ya!

Dominant2U: What’s the difference between pain & pleasure?

Mijn reactie: Fun & no fun?

Christian_Grey: I’ll be as honest as I can. I’m married and I’m looking for some fun. So, I am a bit bored and tired of the same routine. Anyone who has been in my shoes will understand. I want to keep things simple. Something free. And enjoy every time as much as we can.

Mijn reactie: Interesting offer. I hope your wife doesn’t have a fake online profile. Hi honey..

Oke, ik had duidelijk ongelijk. Deze stad barst van de seks. En vergeleken met deze hitsige New Yorkers lijk ik de heilige maagd Maria met een kuisheidsgordel. Misschien toch niet helemaal mijn ding, dat internetdaten (ik hoor in gedachten mijn ouders opgelucht adem halen). Het kan altijd erger. Ik hoorde van een andere Nederlandse New Yorker dat ze via een datingsite foto’s toegestuurd kreeg van een aantrekkelijk jongen. Foto 1 met ontbloot bovenlijf en een handdoekje om zijn middel. De jongen leek verder veelbelovend, leuk profiel, leuk hoofd. Op de vraag of hij geïnteresseerd was in een kopje koffie, kreeg ze foto 2.. zonder handdoekje.

IMG_0695

Nieuwsgierig of ik ook nog leuke mannen heb gevonden? Houd deze blog goed in de gaten. Wordt vervolgd!

My name is Bond

19 May

“Amerikanen zijn wel een beetje nep.” Ik hoor het vaak van bezoek uit Nederland. Wij Nederlanders zijn verleerd hoe we beleefd moeten zijn. Sterker nog, we zijn het zo erg verleerd dat we Amerikanen die wel beleefd en behulpzaam zijn uiterst wantrouwen. Ik heb dan ook al meerdere keren aan bezoekers moeten uitleggen, maak je geen zorgen, ze nemen je niet in de maling. Het is de cultuur hier om goede service te leveren. Om te onthouden wie wat heeft besteld. Om wijn te komen bijschenken zodra je glas (bijna) leeg is. Om je stoel aan te schuiven als je gaat zitten. Ze menen het echt. Ze faken niets. Heerlijk toch? Eigenlijk jammer, dat in het land van fake reality-tv, fake politics en fake boobies mensen oprecht aardiger voor elkaar zijn dan in ons down to earth, it’s all in the name, Nederland. Ik kan er persoonlijk erg van genieten, goede service. Mag ik in Amsterdam blij zijn als ze niet vergeten mijn bestelling door te geven aan de keuken, in New York schieten ze al in de stress als mijn glas water leeg is.

Ander voorbeeld. Haalt u een koffie bij Starbucks dan hoeft u geen nummertje te trekken zoals bij de slager of de bakker. Hier schrijven ze uw naam op de beker. Dan voelt het toch een beetje alsof ze dat kopje koffie speciaal voor jou hebben gezet. Die namen kunnen overigens wel problemen opleveren, want ze zijn in New York niet bepaald gewend aan onze oer-Hollandse klanken. Elke Nederlander heeft daarom een Amerikaanse alter ego: Jolijn wordt Julia, Marieke heet hier Mary en Anneke bestelt haar koffie als Ann. Mijn Amerikaanse alter ego stelt zichzelf voor als Sofia.

Uiteraard heb ik geprobeerd mijn Chai Tea te bestellen als Zosia. In Nederland kan ook niemand mijn naam spellen of uitspreken, dus wat is het verschil? Als gevolg heb ik de gekste dingen voorbij zien komen. Dosija (lijkt er niet eens op?), Sushi (blijkbaar had de medewerkster honger?) en tot slot, en voor mij tevens de druppel, Joshua (do I look like a guy??) Toen ik de volgende keer voor de grap zei, “My name is Bond, James Bond”, werd er echter niet om gelachen. Het donkere meisje achter de kassa bleef me met dezelfde dode verveelde blik aankijken als daarvoor, zonder ook maar een spier te vertrekken. “That will be $4,95.” Euhm, zou ze doorhebben dat het als grapje is bedoeld? Blijkbaar kunnen de werknemers zelf ook een shot cafeïne gebruiken in deze drukke ochtendspits. “Chai Tea for James?”

Service komt trouwens niet goedkoop. “Wat?! Fooi 20%??” Ook dit valt niet altijd goed bij de Nederlandse bezoeker. Het is natuurlijk even schrikken als er bovenop de rekening nog tax (btw) wordt berekend en dat u daar weer bovenop ook nog eens vijftien tot twintig procent fooi moet geven. Vooral Nederlanders hebben het hier even moeilijk mee. Ik probeer telkens zo goed mogelijk uit te leggen dat het salaris van de werknemers grotendeels bestaat uit de fooien die zij verdienen. En niet alleen het salaris van de ober maar ook die van het keukenpersoneel, de afwashulp en de waterbijschenker (ja dat is hier een heus beroep). En om het nog ingewikkelder te maken, ook de barman, de taxichauffeur en zelfs de kapper behoort u van fooi te voorzien.

De kapper, hoor ik u denken? Ja, om heel eerlijk te zijn zag ik die zelf ook niet aankomen. De eerste keer was ik op weg naar Central Park om te hardlopen, en liep ik in mijn joggingbroek en sweatshirt de kapsalon binnen om te informeren of ze vandaag nog een gaatje voor me hadden. Vijf minuten later zat ik in de kappersstoel. Gelukkig had ik wat kleingeld in mijn broekzak zitten. Maja, dan kom je bij de kassa en dan hangt er een bordje “Tip is not included”. Oeps. Onervaren als ik ben, vraag ik voorzichtig: I leave the tip with you? De vrouw die afrekent wijst naar een rij envelopjes. Aha juist, je stopt de fooi in zo’n klein wit envelopje en dan schrijf je de naam van je kapster erop. Hmm, had ik nou maar beter opgelet toen ze zichzelf aan mij voorstelde, ook onderdeel van de persoonlijke service. Ik stop daarom maar snel vijf dollar in het envelopje en geef het blanco terug aan de kassajuffrouw. Ze zullen het zelf wel uitvogelen.. toch?

Maria, dat was haar naam, is tegenwoordig mijn vaste kapper. Ik weet niet of ze ooit haar envelopje heeft gekregen en uit schuldgevoel ben ik daarom haar vaste klant geworden. Ze glimlacht als ik binnenkom, ik ben een van haar favoriete klanten, vertrouwt ze me elke keer toe. Blijkbaar neemt ze me de misser van de eerste ontmoeting niet kwalijk, al zal ik nooit weten of ze me echt favoriet vindt of dat ze alleen aardige dingen zegt vanwege de extra dollar fooi die ik elke knipbeurt in het envelopje stop ter compensatie van de vijf dollar die ze de eerste keer wellicht niet heeft gekregen. Ach ja, Maria is blij, ik ben blij, ze kan gelukkig ook goed knippen. Alleen vraag ik me af en toe af wat haar echte naam is. Madeira, Magdalena, Marjolein? Gelukkig heb ik mijn Hollandse wantrouwen nog niet verloren. Immers, niets is wat het lijkt in Amerika. We zijn allemaal een beetje fake.

IMG_0685

Juicing my ass off

1 Apr

In Nederland hebben we het altijd over inburgeren. Iedereen die naar Nederland verhuist, moet zijn best doen zich aan te passen aan onze cultuur, anders ben je niet ingeburgerd. Als kersverse New Yorker wil ik natuurlijk niet teleurstellen. Ook ik probeer me een beetje aan te passen aan het leven in the Big Apple.

Alles in New York draait om gezond leven, gezond eten en gezond bewegen. Vanaf het moment dat ik voet op Amerikaanse bodem zet, word ik door de Nederlanders hier gewaarschuwd dat ik alleen organic voedsel moet kopen (bij ons heet dat biologisch). Anders dan in Nederland, waar biologisch eten een hoekje van de Appie in beslag neemt, rijzen in New York hele supermarkt giganten uit de grond die alleen organic producten verkopen. It’s big business! Het eten in Amerika zou er slechter aan toe zijn dan in Europa: fruit en groente worden bespoten met gif; dieren worden volgespoten met hormonen en genetisch gemodificeerd voedsel wordt aan de lopende band verkocht. Zoals een vriendin laatst tijdens een etentje opmerkte: “Het is toch gek dat hier het hele jaar door spruitjes op de menukaart staan?”

Nou, nou, dat zal allemaal wel meevallen, is mijn eerste gedachte als nuchtere Hollander. Goeie marketingstrategie, makkelijk verdienen aan een paar ijdele veelverdieners die bang zijn voor een paar extra kilootjes en nog niet hebben geaccepteerd dat ook zij op een dag oud zullen worden. Voor mij aanleiding om me eerst wat verder in het onderwerp te verdiepen. Na het zien van een documentaire over de Amerikaanse voedselindustrie ben ik echter overtuigd. Bijna al het eten wat u in een supermarkt kunt kopen zit vol met stoffen die in een laboratorium worden gemaakt en die ons lichaam niet kan afbreken. Bovendien worden er in het lab stofjes toegevoegd die ervoor zorgen dat je blijft eten waardoor obesitas ontstaat. Hm, dat is natuurlijk niet aardig. Meest schokkende aan de documentaire vond ik de onthulling dat piloten geen cola light drinken. Zoetstoffen verminderen blijkbaar het gezichtsvermogen. Mijn laatste fles cola light is daarom recentelijk van de koelkast naar de prullenbak verhuisd.

Wat nu? Volgens de documentaire is het heel simpel en moeten we terug naar de natuur. Eet alleen wat u op de boerderij kunt vinden. Alles wat natuurlijk is, kan ons lichaam makkelijk verteren, daar zijn wij mensen immers op gebouwd. Klinkt best logisch. Oké, ik ga de uitdaging aan. Wie wil zich nou niet gezond en energiek voelen? Het vereist wel enige inspanning. Zo ben ik vanaf nu een “juicer”. Een “juicer”, hoor ik u denken? Jawel, een “juicer”, ik eet mijn groente en fruit vloeibaar en krijg zo meer vitaminen en vezels binnen. Een sapjesdieet dus. Liquid dinner krijgt ineens een hele andere betekenis en is helaas niet in de kroeg te bestellen.

Hoe maak je van die verrukkelijke sapjes, vraagt u zich af? Daar is een Juicer apparaat voor nodig, let op, deze is absoluut niet te verwarren met de gewone blender. Een Juicer is de geavanceerde en drie keer zo dure variant van de blender. Met een blender krijg je namelijk geen sapjes, maar papjes. Vooruit, dan maar naar de Best Buy voor een dure Juicer, naar de Barnes & Noble voor een boek vol saprecepten (het moet wel lekker smaken) naar de slager voor grass fed vlees, naar de viswinkel voor wilde zalm, naar de bakker voor whole wheat (volkoren) brood, naar de farmersmarket voor jam en boter, en naar verschillende toko’s in mijn buurt om organic groente en fruit te verzamelen.

Poeh, best vermoeiend.. dat gezond eten! Dat struinen door mijn buurt op zoek naar organic voedsel kost meer tijd en energie dan een tripje naar de supermarkt bij mij om de hoek. En dan heb je nog niks, want je moet de sapjes natuurlijk ook nog zelf maken. Ontbijt, lunch en avondeten, alle groenten en fruit schillen, in stukken snijden, pitten verwijderen, door de Juicer, en na afloop het apparaat schoonmaken voor het volgende gebruik. Ik begrijp waarom je hiervan afvalt, het is bijna een voltijdbaan om gezond te eten. Bovendien wordt mijn bankafschrift er ook een stuk slanker van, want puur natuur is blijkbaar niet goedkoop. Ik kan niet zeggen dat ik er vrolijker van word, dat mijn avondeten bestaat uit een gepureerde broccoli en asperge sap met een vleugje mint en citroen.

Vandaag op weg naar huis, loop ik langs de lokale bakkerij. De geur van vers brood komt me tegemoet en de geglazuurde cakejes in de etalage schreeuwen naar me: Eet mij, eet mij! Dat is de druppel, denk ik bij mezelf. Het is tijd voor een balansdag. Na mezelf dagen uitgehongerd te hebben met vloeibare groenten en fruit, ga ik los op het heerlijk verse multigranen brood, de roomboter croissants en de cheesecake. Mmm, genieten is dit, een welkome suikeroverdosis. En terwijl ik mezelf vergrijp aan al dit lekkers, denk ik bij mezelf: Ach, zo slecht ben ik nou ook weer niet ingeburgerd, het is immers New Yorkse cheesecake.

U begrijpt, de Juicer staat weer in de kast, de plaatselijke supermarkt heeft zijn oude klant weer terug en mijn poging om “gezonder” te leven is hopeloos mislukt. Of niet? Terwijl ik dit typ voel ik me energieker dan ooit, en oké, de eerlijkheid gebiedt te zeggen, misschien ben ik gewoon hyper van de sugar rush, maar ik voel me fantastisch! Ik heb nog nooit zo snel een blog geschreven.

 IMG_0320

Eat my dust!

23 Mar

Ik verleg graag mijn grenzen. Niet alleen in letterlijke zin, door naar New York te verhuizen, maar ook door mezelf nieuwe uitdagende doelen te stellen. Het zal je verbazen wat je allemaal kan bereiken zolang je er maar honderd procent voor gaat. Niets is onmogelijk! Het lopen van een halve marathon was een van die doelen die ik mezelf heb gesteld toen ik hierheen verhuisde, en ik moet toegeven, dat was zelfs voor mijn doen behoorlijk ambitieus. Nog maar vijf jaar geleden was ik totaal uitgeput na 5 km rennen. Voordat ik vertrok vanuit Amsterdam heb ik verschillende runs gelopen van 10 km, maar dat was toch echt mijn max. En nu moest ik in zes weken tijd (midden in de winter!) mezelf klaarstomen voor een halve marathon (21km, oftewel 13,1 mijl). Waar ben ik aan begonnen?

U kunt zich dus voorstellen dat ik vandaag met knikkende knietjes aan de start verscheen. De dag was al slecht begonnen, toen ik vanmorgen in alle haast een etiketje uit mijn wedstrijdshirt probeerde te knippen en ik er bij de start achter kwam dat mijn shirt tevens een mooi kijkgat rijker was; heb ik weer. Gelukkig niet zo erg als vorige week, toen ik een conferentie bezocht en pas bij het uittrekken van mijn jas opmerkte dat ik mijn trui binnenste buiten droeg, of eigenlijk merkte de mevrouw van de garderobe dit allervriendelijkst op. Hmm, slecht voorteken.

Wonder boven wonder vielen de eerste kilometers me enorm mee. Reuze handig, in Nederland heb ik het nog nooit gezien maar hier lopen pacekeepers mee tijdens de race. Deze pacekeeper houdt een bordje omhoog met een streeftijd en geeft aan in welk tempo (pace) je moet lopen om die streeftijd te halen. Ik volgde trouw mijn pacekeeper maar zij liep voor mijn gevoel zo langzaam dat ik haar na enkele minuten hard voorbij ben gerend. Het zonnetje scheen, alles liep perfect inclusief mijzelf. De eerste 7 mijl vlogen, euh rende voorbij. Dit had ik ook op mijn sloffen kunnen doen, dacht ik nog bij mezelf.

En toen, na ongeveer 9 mijl, kreeg ik het ineens heel zwaar. De zon was verdwenen, we kregen daarvoor in de plaats ijzige tegenwind, en mijn benen wilden eigenlijk niet meer. Lopen, hardlopen, lopen, hardlopen, ik overwoog even om er helemaal mee te stoppen, maar aangezien de kortste route terug naar huis toch via de finish was, leek dit geen logische optie. Vanaf het bordje 10 mijl heb ik mezelf weer opgepept, kom op, nog maar een paar mijl en dan hoef je noooooit meer in je leven te hardlopen! Hmm, ik heb een deja vu, volgens mij heb ik mezelf die belofte al ooit eerder gedaan..

Ik begrijp dat het logisch is, want een kilometer is korter, maar de afstandbordjes leken vandaag echt mijlenver weg (haha). Sorry flauw grapje, maar het bedenken van zulke flauwe grapjes was een prima afleiding tijdens het rennen, vooral tussen bordje 10 en 11 mijl. Elke flauwe grap is een moment niet denken aan je zere benen of de vermoeidheid. En zonder dat u het weet, heeft u me ook een beetje vooruit geholpen vandaag. Deze blog heb ik namelijk in mijn hoofd geschreven tussen bordje 11 en 12. Dank daarvoor. De laatste mijl, naar bordje nummer 13, die is altijd het zwaarst. De finish lijkt nooit in zicht te komen, het rennen duurt oneindig. De laatste mijl heb ik in een soort roes gelopen, de overlevingsmodus noem ik het. Ik wist niet of ik het ging volhouden, maar ik wilde ook niet op het laatste moment opgeven. Nu bent u natuurlijk nieuwsgierig naar de afloop (ik zal u de flauwe woordgrapjes deze keer besparen)

Dames en heren, I made it! Ik heb hem uitgelopen, en ik leef nog. Ik was iets langzamer dan mijn streeftijd maar sneller dan mijn trainingstijd, dus een persoonlijk record en supertrots! Eat my dust, woe-ha! Hoe is het nu met me? Mijn voeten zitten onder de blaren, mijn spieren zijn verzuurd dus morgen naar verwachting flinke spierpijn, ik ben uitgeput en kruip zo nog even een uurtje mijn bed in, en eerlijk gezegd denk ik dat het laatste stukje lopen van de subway naar mijn huis nog het zwaarst was. But I’m still alive and kicking! So, what’s next, de New York marathon misschien..?

IMG_0349