New York is op zijn mooist als je vertrekt. Je ziet de stad weer zoals je het zag toen je de eerste keer aankwam. De hoge gebouwen, het drukke verkeer, de duizelingwekkende hoeveelheid lichtjes, het uitgestrekte Central Park, het lekkere eten. Zelfs de mannen lijken ineens mooier geworden. Waar waren die het afgelopen jaar toen ik ze graag wilde tegenkomen? New York is op zijn mooist omdat je beseft wat je gaat missen. En wat je eigenlijk niet wilt missen. Je ziet de schoonheid van dingen die binnenkort alleen nog een herinnering zullen zijn.
De nieuwe huurder is gearriveerd. Een jongen uit Nederland die hier zijn afstudeeronderzoek komt doen. Ik laat hem vol trots het appartement zien waar hij de komende tijd gaat verblijven. Mijn thuis, want zo is het echt gaan voelen. Elk hoekje van de kamer roept herinneringen op; elke vlek en elke kras heeft een verhaal. Want tja, hoe leg je aan de nieuwe huurder uit dat het groene hoeslaken witte vlekken heeft? Er zouden zomaar rare gedachten kunnen ontstaan. Nee, het is niet wat u denkt. Maar ik weet niet zeker of het eigenlijke verhaal veel beter is.
Tijdens mijn vrijwilligerswerk in de keuken van een buurtcentrum heb ik geleerd van een local expert hoe je het beste kakkerlakken kunt bestrijden. Je spuit er gewoon wat Lysol schoonmaakmiddel overheen, et voilà, het beestje sterft vanzelf. Dus toen ik een warme zomernacht het raam open had laten staan en een onwelkome indringer, meneer de kakkerlak, mijn huis was binnengeslopen (en niet zo’n kleintje, maar zeker zo groot als mijn duim) zocht ik enthousiast in het kastje onder de gootsteen naar een bus Lysol. Die had ik helaas niet en dus pakte ik lukraak twee andere spuitbussen, een daarvan zou toch ook wel werken, waarna ik de kakkerlak al spuitend te lijf ging en er een wilde achtervolging ontstond. Uiteraard stond ik daarbij veilig op mijn bed want stel je voor dat de kakkerlak over de vloer zou gaan rennen. Dan zou ik hem toch niet in de weg willen staan.
En zo dames en heren komen de vlekken in mijn beddengoed, want wellicht had ik beter toch eerst het etiket van de spuitbus moeten lezen, om te ontdekken dat ik een bus reiniger, ideaal voor het reinigen van uw keuken en badkamer, te pakken had: eentje met bleek. De kakkerlak leek het overigens niet te deren. Na een half uur rondspuiten heb ik vermoeid en gefrustreerd een boek op hem gegooid. Net zo effectief.
Ondanks alle mooie herinneringen, ben ik ook blij dat ik weer naar huis terugkeer. Het is niet moeilijk om heimwee te hebben naar Amsterdam terwijl je hier bent. De stad is onlosmakelijk met ons verbonden. Er zijn duizenden dingen die je dagelijks aan Nederland herinneren. En dan bedoel ik niet de opvallende Nederlandse plaats- en straatnamen, maar deze stad ademt nog steeds de Nederlandse geest. Het is de meest vrijdenkende tolerante multiculturele stad die u ooit in Amerika zult treffen. Nergens ter wereld leven zoveel nationaliteiten gelukkig en harmonieus samen. Weet u het nog, niet zo lang geleden waren wij precies zo.
Het moment van thuiskomen is bijna daar. Ik zal binnenkort toch echt afscheid moeten nemen van deze geweldige stad. Hoe zal het zijn als ik weer terug ben in Nederland? Maak ik dan ook nog praatjes met vreemden in de metro? Respecteer ik dan ook nog bordjes in het park die zeggen dat ik het gras niet mag betreden, zelfs als het zonnig is en ik vol enthousiasme mijn bbq heb meegenomen? Vertel ik vrouwen op straat dan ook nog hoe mooi ik hun truitje of ketting vind, ook al ken ik ze niet en geven vrouwen in Nederland elkaar geen complimentjes? Want hoe ik het ook wend of keer, stiekem ben ik toch een beetje New Yorker geworden het laatste anderhalf jaar. En mijn drie overvolle koffers met schoenen en cocktailjurkjes zijn daar het bewijs van. Geen idee waar ik die ooit nog kan dragen. Maar ik heb me net een hernia gesleept, dus ik mag toch hopen dat een van u binnenkort een cocktailparty geeft.
Misschien moet ik me geen zorgen maken, misschien kan het prima samengaan. Ik ben vanaf nu gewoon een beetje van beiden: Amsterdam en New York in één. In New York is het eigenlijk niet anders, de stad heeft ook nooit echt afscheid van ons genomen. De Empire State building wordt immers elke avond verlicht met de kleurrijke lampjes van onze eigen Brabantse Philips.
Die symbiose geldt helaas niet overal. Toen ik heel Nederlands al mijn laatste overgebleven muntgeld in de supermarkt wilde spenderen (u heeft geen idee hoeveel honderden dollarcenten u in een jaar kunt opsparen en tja, het is toch geld nietwaar, dus het zou zonde zijn om weg te gooien, ook al is het bij elkaar maar 2,80 dollar) toen kon de kassajuffrouw daar de humor toch niet van inzien. “Are you crazy?!” Ik haal verontschuldigend mijn schouders op. “Nope, I’m Dutch.”
